Tunnel op de route? Maak deze fouten niet

In binnen- en buitenland kom je ze tegen onderweg: tunnels. Het concept is in principe simpel, want je moet er doorheen rijden. Maar er zijn een paar dingen waar je rekening mee moet houden, wanneer je door een tunnel rijdt. 

Tunnelangst

Hoewel sommigen geen enkele moeite hebben met door een tunnel rijden, vinden anderen dit behoorlijk spannend of zelfs eng. Geldt dit voor jou? In dit artikel vind je tips. Heb je echter veel last van tunnelangst, waardoor je overmatig gaat zweten, hyperventileren of een paniekaanval krijgt, dan wordt het aangeraden om de hulp van een arts in te schakelen. Vermijd in de tussentijd tunnels en neem een alternatieve route. Heb je geen last van tunnelangst en kun je er gewoon doorheen rijden? Let dan op het volgende.

Afremmen

Houd je aan de maximumsnelheid, en ga niet afremmen vlak voordat je de tunnel inrijdt. Het is logisch dat je dit wilt doen, aangezien de weg smaller lijkt te worden en het licht verandert, maar hierdoor wordt de afstand tussen jou en de auto’s achter je een stuk kleiner. Zij zullen hoogstwaarschijnlijk ook afremmen, waardoor er file kan ontstaan.

Bumperkleven

Dat je niet moet afremmen betekent echter niet dat je vlak achter je voorganger moet rijden. Bumperkleven kan levensgevaarlijk zijn wanneer je snel moet handelen. Om voldoende afstand te houden, kun je de volgende vuistregel aanhouden: de helft van jouw snelheid in meters is de ideale afstand tot je voorligger. Rijd je 100 kilometer per uur? Dan moet je dus 50 meter afstand houden. In een tunnel kun je overigens het beste nog wat extra afstand houden, omdat je niet naar de zijkant kunt uitwijken als er een incident plaatsvindt.

Verkeersinformatie aan

Hoe fijn het ook is om ongestoord naar je lievelingsnummer te luisteren, dit kun je in een tunnel beter niet doen. Nader je er een, zet dan de radio of verkeersinformatieonderbrekingen aan. Dan krijg je meteen informatie over eventueel gevaarlijke situaties. En de tijd waarin je dit te horen krijgt, kan cruciaal zijn.

Check je licht

Heb je een moderne auto, dan gaat het dimlicht meestal automatisch aan in een tunnel. Maar controleer dit ook nog even zelf wanneer je een tunnel inrijdt. Het licht zorgt ervoor dat jij alles goed kunt zien en dat je zichtbaar bent voor anderen, zonder iemand te verblinden.

Zonnebril

Over goed zicht gesproken, denk eraan dat je je zonnebril afzet in een tunnel. Heb je ‘m toch op, dan zie je in een donkere tunnel veel minder goed en moeten je ogen zich inspannen. Dit kost je energie, waardoor je sneller vermoeid raakt.

Doorluchten

Dat je je ramen beter dicht kunt laten in een tunnel, wist je waarschijnlijk al. Maar vergeet niet je airco op de recirculatiestand te zetten. Anders komt de lucht met uitlaatgassen en fijnstof alsnog naar binnen. Rijd je de tunnel uit, zet dan meteen de normale stand weer aan, of open een raam.

Blijf doorrijden

Rijd je in een tunnel dan is er meestal sprake van eenrichtingsverkeer. Het is dan dus absoluut niet de bedoeling dat je omkeert of achteruit rijdt. Dit kan namelijk voor heel gevaarlijke situaties zorgen. Ook als je een verkeerde weg hebt genomen, moet je wachten met tot na de tunnel. Neem dan de eerst volgende afslag en bepaal daar opnieuw je route.

Pech in een tunnel?

Heb je pech of schade waardoor je niet meer verder kunt rijden tot het einde van de tunnel? Zet dan als eerste de alarmlichten aan en rijd de auto zo dicht mogelijk naar de kant. Schakel de motor uit en laat de sleutel in het contact zitten. Doe een veiligheidsvest aan en stap daarna voorzichtig uit om een gevarendriehoek neer te zetten en het noodnummer te bellen (het liefst via een beschikbare noodtelefoon). Is er brand ontstaan en kun je het niet zelf blussen? Verlaat de tunnel dan zo snel mogelijk via een nooduitgang.

Bron: ANWB, MAX Vandaag, AD. Foto: Shutterstock